Hoe mijn leven veranderd is door de computer
Drie jaar geleden ben ik gescheiden van mijn tweede vrouw, Ina. Ze was zomaar weg gegaan zonder een duidelijke reden. Zo iets van: ´Zo kan het niet langer, ik ga een ander leven leiden, vol passie en romantiek.´ Ik was kapot, mijn leven was geruïneerd. Ik sliep niet meer, dronk te veel en staarde uren voor me uit naar de bloemen in de tuin, die altijd verwelkten en het gras leek immer dor. De vogels zongen niet meer en ik ergerde me aan spelende kinderen. Ik miste haar van uur tot uur, haar lach, onze borrel voor het eten, de ruzies en onze mooie vakanties in Parijs en in Centerparcs.
Toen ik langzaam dreigde weg te kwijnen ontmoette ik een oude vriend. ‘Weet je wat jij moet doen, je moet een computer kopen. Daar zal je veel plezier van hebben, bovendien biedt dat ding je de mogelijkheid om via e-mail en chatten in contact met anderen te komen.’ Ik voelde er weinig voor. Op de een of andere manier heb ik altijd een hekel aan dat soort dingen gehad. Maar mijn vriend, die zag dat het met mij de verkeerde kant op ging, bleef maar aandringen. En op een regenachtige zaterdag stapte ik een computershop in en schafte me (volgens de verkoper) een supersnelle laptop aan. Mijn vriend gaf me de eerste lessen en waar of niet, ik kreeg er zowaar enig plezier in. Hij leerde me e-mailen en hoe ik via chatboxen en mailinglijsten contact kon maken met andere mensen.
Langzamerhand verdween mijn verdriet over mijn weggelopen eega, waar ik overigens al een jaar niets meer van had gehoord en het werken met de computer werd voor mij een grote passie. Urenlang speelde ik spelletjes en kwam zowaar op een dating-lijst terecht. Ik voelde weer wat ruimte voor een nieuwe relatie en ik probeerde maar eens iets uit.
Het viel echter allemaal zwaar tegen: verkeerde, dikwijls ordinaire types of juist die alternatieven, vegetarisch, niet drinkend en rokend en lange wandelingen op Texel.
Tot op en dag Adelheid zich aandiende: ‘Hi Jerry (dat was mijn nickname’) ‘Nieuw op de lijst, vertel eens wat over jezelf.’ Met enige achterdocht vertelde ik wat oppervlakkigheden over mezelf , dat ik veel sportte (wat niet waar was) en dat ik van gezelligheid hield en zo nu en dan een borreltje en een sigaartje nam. ’Verrek, klinkt goed, ik heb dezelfde gewoontes. Laat eens wat meer van je horen.’
Ik vond dit wel weer genoeg geweest en besloot de chatsessie af te sluiten en ging naar bed.
De volgende dag stond ik ietwat zenuwachtig op en zette de computer aan. ‘Heb je lekker geslapen Jerry’, las ik meteen op mijn scherm. Weer Adelheid. ‘Ja, ja’ mailde ik terug, ‘en jij?’ ‘Heerlijk, vertel nog eens meer over je zelf?’ In een aantal chatsessies vertelde ik dat ik veel van katten hield, Frankrijk mijn favoriete vakantieland was en geboeid was door spirituele boeken. Onze interesses en leefwijze bleken verrassend veel overeen te komen.
Langzamerhand begon ik aparte gevoelens te koesteren voor deze onbekende dame. Ik bleef toch wat op mijn hoede en wisselde zo min mogelijk persoonlijke gegevens uit, zoals echte naam, adres, een ook geen foto’s. Toch groeide er iets tussen ons. De e-mails werden steeds intiemer en we kregen een aardig beeld van elkaar. Ik voelde zowaar wat verliefde gevoelens voor mijn onbekende cybergirl en dacht veel aan haar. In wat ze mij vertelde leek ze voor mij een ideale partner.
Op een zekere dag stelde ze voor om een ontmoeting in ‘real life’ te arrangeren. Ik wilde niets liever. Het ontmoetingspunt werd een kleine herberg op de Veluwe. We zouden beiden als herkenning een rode roos dragen en zo reed ik die dag met knikkende knieën richting Veluwe. Bij de herberg stonden veel auto’s en fietsen, de ramen waren beslagen, de lucht bedompt en om de bar verdrongen zich talrijke bezoekers. Echter nergens een dame met een roos te bespeuren. Ik bestelde een glas bier en zocht een strategisch plekje op met uitzicht op de voordeur, terwijl ik ongeduldig aan mijn sigaartje trok.
Plots zwaaide de herbergdeur open en daar stond onmiskenbaar mijn cyberlady, een rode roos in de hand. Ze liep rechtstreeks naar mijn tafeltje, ik stond op, mijn adem stokte in mijn keel. We keken elkaar enige seconden sprakeloos aan en toen vielen we in elkaars armen. ‘ Mijn Ina’, riep ik bijna huilend maar in wezen toch een beetje opgetogen.
Jack de Coninck
Maak jouw eigen website met JouwWeb