Informatie

Drijfzand

Ik weet zeker dat het Nel was. Haar achternaam ben ik vergeten. Of was het toch niet Nel? Het doet er niet toe.

Ik zat op de kweekschool in Beverwijk, nee niet in Bergen, dat was geloof ik voor meisjes. Ik had een vriend, Henk of was het Nico of toch Koos? Maakt niet uit.

Eens nodigde Henk me uit om een weekend met hem naar huis te gaan. We fietsten ongeveer 40 km naar zijn woonplaats Den Helder. Ik voelde me meteen erg bij thuis bij hen. Henks vader was goochelaar, hij had vroeger nog meegewerkt aan het dichten van de afsluitdijk en kon daar smakelijk over vertellen.
Op zaterdagavond gingen we dansen in Huisduinen, ook wel de donkere duinen genaamd. En daar in die danstent zag ik Nel voor het eerst. Bonke, bonke, snelle hartslag, trillingen, kudde vlinders. Nel was het! Ik danste de hele avond met haar, moonlight serenade, buona sera. Diep in de nacht liepen wij innig ineengestrengeld via de dijk langs het Marsdiep naar haar huis, de beukende golven en de heldere maan waren er getuige van. Ik wilde eerst nog over het strand lopen maar dat kon volgens Nel niet vanwege verholen stukken drijfzand.
Aangekomen bij Nels huis kwam ik tot de ontdekking dat ik van hier uit, het was nog steeds donker, nooit meer de woning van Henk aan de andere kant van de stad zou kunnen terugvinden. En bij Nel blijven was in die tijd natuurlijk geen optie.

Geen nood, mijn lieve Nel bracht me wel terug. En zo werd ons samenzijn nog met een half uur verlengd. Aangekomen bij Henks huis kon ik het echter niet over  mijn hart verkrijgen om haar alleen dat lange stuk te laten terug lopen en ik bracht haar opnieuw naar huis. We namen afscheid en tastend, het was al licht geworden, vond ik nu de weg terug.  Gelukzalig viel ik in het logeerbed in een droomloze slaap.

Daarna heb ik geen nacht meer gewoon geslapen. Mijn studie “volledig bevoegd onderwijzer” werd bijna getorpedeerd door mijn dagelijkse gedachte aan Nel. Day and night, night and day, in al mijn denken was zij aanwezig.

Veertien dagen later rij ik opnieuw met mijn vriend naar Den Helder en we bezoeken de dancing in de donkere duinen. Ik zoek mijn Nel. In de glittering van een glazen bol met spiegeltjes zie ik plots haar liefdevolle blik. Maar die blik is  niet voor mij bedoeld. Innig verliefd begeleidt een knappe adelborst haar met zwierige bewegingen over een fluoriserende dansvloer. Ze kijkt even naar mij met een soort sorrygebaar. Verbijsterd ben ik en voel me als op het drijfzand van het Helderse strand. Was dat mijn Nel of was het Sandra of Rietje?

Nu meer dan 50 jaar later weet ik het niet meer. Veel herinneringen zijn vervormd, gewist of zompig ten onder gegaan in het drijfzand dat geheugen heet, of hebben nooit plaatsgevonden.  Maar Nel bestond echt of toch niet?

Jack de Coninck

December  2008