Bruid voor één dag

 

Ongeveer een keer per jaar is er altijd wel een reden om mijn nog niet ingeplakte foto’s door mijn vingers te laten glijden. En altijd kom ik ze dan weer tegen.

De drie trouwfoto’s van mezelf met steeds een andere vrouw aan mijn zijde.

 

De eerste foto is een zwart-wit exemplaar uit 1965. Ik sta met mijn bruid voor de deur van mijn ouderlijk huis. Ik draag een gehuurd jacquet, met een zilverkleurig vest en een grijze hoge hoed met een zwarte band. Mijn bril heeft een donker en dik montuur en zou ook zelfs anno 2007 niet misstaan. Mijn bruid heeft een trouwjurk die net tot onder de knie reikt. In haar haar zit een strik met daar aan een kleine voile. In de rechterhand heeft ze een bruidsboeket van witte anjers. Zo te zien is ze er niet erg trots op. Ze laat het naar beneden hangen, voor haar buik. Wellicht om haar drie maanden oude zwangerschap te verbergen. We kijken allebei nogal zuinigjes en beslist niet feestelijk.

Na twaalf jaar komt er een einde aan deze echtverbintenis.

 

De tweede trouwfoto ziet er geheel anders uit.

In 1978 hertrouw ik. Eigenlijk willen mijn nieuwe vriendin en ik geen huwelijksceremonie met toespraken, levende muziek, dronken ooms, vileinige tantes, huilende ouders en tenslotte altijd ruzie. Om echter het erfrecht voor mijn zoon te regelen blijkt trouwen goedkoper dan een testament.  Dus gaan we op maandagmorgen (dan is trouwen gratis) op de fiets naar het stadhuis. Twee slaperige ambtenaren zijn onze getuigen. Na de “ceremonie” gaan we wandelen in het naburige park. Ik maak met de zelfontspanner onze trouwfoto. Beiden zijn we gehuld in een flink regenjack en we hebben een dikke das om. ’s Middags gaan we weer gewoon naar ons werk..

 

Op de derde foto sta ik naast een uitzonderlijk mooie bruid. Ze draagt een zeer modieuze trouwjapon, die ongetwijfeld ontworpen is door een bekende couturier. Mijn smoking, vlinderdasje en frivole zijden shawl completeren de ideale trouwfoto. Met deze bruid  heb ik slechts één dag van mijn leven doorgebracht. Sterker nog, ik weet niet eens hoe ze heet en waar ze woont. Ook hebben we elkaar nooit gezoend. Toch kennen miljoenen mensen ons.

 

Waar komt die foto vandaan?

Begin jaren tachtig sta ik samen met mijn huidige vrouw en een stel vrienden wat te drinken en te kletsen op een jaarmarkt ergens in de buurt van Haarlem. Plotseling komt er een vreemde dame op ons af en vraagt beleefd of ze wat foto’s van ons mag maken. Ze zoekt figuranten voor een reclamefilmpje van “Heineken.” Niemand heeft bezwaar en binnen een week heb ik een uitnodiging in de bus om me de vrijdag daarop te willen melden bij een restaurant in Naarden-Vesting. Reis- en andere kosten worden vergoed. Er is wel een kledingvoorschrift: goed verzorgde avondkleding.

 

Als ik me die vrijdag in een geleende smoking in het bewuste restaurant meld, weet ik niet wat ik zie. Zeker meer dan honderd allemaal in avondkleding uitgedoste mannen en vrouwen bevolken de uitspanning. Na enige tijd wordt het woord gevraagd door een dikke, kale, besnorde vijftiger met sigaar. Hij stelt zich voor als de regisseur en vertelt wat de bedoeling is. “Twee van jullie treden vandaag in het huwelijk. Alle anderen zijn bruiloftsgasten. De bruidegom is…... hij kijkt de zaal rond, “die meneer”en hij wijst mij aan. “En de bruid”, mijn hart bonst. “Is die mevrouw”.

En zo word ik voor de derde keer, op een zeer onconventionele wijze, in de echt verbonden.

 

Inmiddels staat er een kanariegele Volkswagen cabriolet voor de deur. Het bruidspaar, ik en een voor mij totaal onbekende dame dus, stapt in die auto. “Alle bruiloftsgasten”, gaat de snor verder, “maken een haag waartussen de chauffeur langzaam richting stadhuis kan rijden”. Achter de auto hangen aan touwtjes tientallen lege Heinekenblikjes. “Accoord? Vragen? Aan de slag dan”. En zo rijd ik met mijn kersverse bruid omgeven door camera’s, lampen en microfoons tot vervelens toe heen en weer in een straatje in Naarden-Vesting. Want zoals het met filmopnames gaat, alles moet steeds opnieuw worden gedaan. “Kijk eens wat vrolijker echtpaar. Hé mensen het is geen begrafenis. Nogmaals opnieuw. Verrek het gaat regenen. Pauze”, ratelt nadrukkelijk de megafoon.

 

’s Middags om vier uur komt er een einde aan een stomvervelende en vermoeiende dag. Tenslotte maakt de regisseur een polaroid foto van ons. “Een leuk aandenken”, grijnst hij. Mijn bruid en ik nemen met een handdruk afscheid van elkaar en verlaten de scene.

 

Behalve in de talrijke keren dat de commercial op de tv is uitgezonden, heb ik mijn bruid van één dag nooit meer gezien. Mij rest alleen een vergeelde trouwfoto en een herinnering aan een oersaaie dag, samen met mijn reclamebruid.

 

Jack de Coninck 04-01-2007

 

 

 

 

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb